Antwoord:
De betere verhouding hangt af van de doelen van de persoon die oordeelt.
Uitleg:
Vanuit het oogpunt van de patiënt is meer verpleegster waarschijnlijk beter. Dus (a) 1 verpleegster tot 4,25 patiënten is de betere verhouding.
Vanuit het oogpunt van het ziekenhuis (en de patiënt die zich zorgen maakt over hogere prijzen als gevolg van hogere personeelskosten) kunnen minder verpleegkundigen beter zijn. In dit geval (b) is 1 verpleegster tot 4,5 patiënten de betere verhouding.
De afdeling Lenape Math betaalde $ 1706 voor een bestelling van 47 rekenmachines. De afdeling betaalde $ 11 voor elke wetenschappelijke calculator. De anderen, allemaal grafische rekenmachines, kosten de afdeling $ 52 per stuk. Hoeveel van elk type rekenmachine zijn besteld?
Er waren 29 grafische calculators besteld en 18 wetenschappelijke calculators besteld. Laten we eerst onze variabelen definiëren. Laten we het aantal wetenschappelijke rekenmachines weergeven. Laten we g het aantal grafische rekenmachines weergeven. We kunnen nu twee vergelijkingen schrijven uit de verstrekte informatie: s + g = 47 11s + 52g = 1706 We kunnen dit nu oplossen met substitutie. Stap 1) Los de eerste vergelijking op voor s: s + g - g = 47 - gs = 47 - g Stap 2) Vervang 47 - g voor s in de tweede vergelijking en los op g: 11 (47 - g) + 52g = 1706 517 - 11g + 52g = 1706 517 - 517 + (- 11 + 52) g = 1706 - 517
Wanneer gebruik je patiënten, patiënten of patiënten?
Meer dan één patiënt = patiënten Eén patiënt heeft iets = patiënt Veel patiënten hebben iets = patiënten Voorbeelden: Ik heb vandaag meerdere patiënten te zien. Het diagram van deze pateint is onjuist. Na dat 5-auto-ongeluk waren de families van de patiënten hier onmiddellijk.
Een farmaceutisch bedrijf beweert dat een nieuw medicijn succesvol is in het verlichten van arthritische pijn bij 70% van de patiënten. Stel dat de claim correct is. Het medicijn wordt gegeven aan 10 patiënten. Wat is de kans dat 8 of meer patiënten pijnverlichting ervaren?
0.3828 ~~ 38.3% P ["k op 10 patiënten is opgelucht"] = C (10, k) (7/10) ^ k (3/10) ^ (10-k) "met" C (n, k) = (n!) / (k! (nk)!) "(combinaties)" "(binomiale verdeling)" "Dus voor k = 8, 9 of 10 hebben we:" P ["tenminste 8 op 10 patiënten zijn opgelucht "] = (7/10) ^ 10 (C (10,10) + C (10,9) (3/7) + C (10,8) (3/7) ^ 2) = (7 / 10) ^ 10 (1 + 30/7 + 405/49) = (7/10) ^ 10 (49 + 210 + 405) / 49 = (7/10) ^ 10 (664) / 49 = 0.3828 ~~ 38.3 %