De verhouding tussen volwassenen en kinderen bij een nieuwe tentoonstelling in het museum 8: 5. Op basis van deze ratio, als er 390 mensen op een dag aanwezig waren, hoeveel zouden er dan kinderen zijn?

De verhouding tussen volwassenen en kinderen bij een nieuwe tentoonstelling in het museum 8: 5. Op basis van deze ratio, als er 390 mensen op een dag aanwezig waren, hoeveel zouden er dan kinderen zijn?
Anonim

Antwoord:

150 = niet-kinderen-bezoekers op 390

(150 = antwoord)

Uitleg:

#8+5=13#, 13 = totaal aantal bezoekers in verhouding

#5/13# (niet kinderen uit totale bezoekers in verhouding)

#5/13# = X # / 390 #

-in noemer 13 en 390 zijn beide het totale aantal bezoekers

-in teller, 5 en x vertegenwoordigen beide het totale aantal kinderen, en x is wat u probeert te vinden

-5 is naar x als 13 is naar 390

volgende stap

vermenigvuldig vermenigvuldigen om x te vinden, vereenvoudig dan

# 5 (390) = 13x #

# 1950 = 13x #

- verdelen beide zijden met 13

# 150 = x #

150 = niet-kinderen-bezoekers op 390