Antwoord:
Zie het oplossingsproces hieronder:
Uitleg:
Laten we eerst de score noemen die ze nodig heeft in de derde game
De totale score of de som van de drie games moet minimaal 627 zijn en we kennen de score van de eerste twee spellen zodat we kunnen schrijven:
Oplossen voor
Voor Karina om een totale score van minstens 627 te hebben, moet het derde spel een 211 of hoger zijn.
De som van drie getallen is 137. Het tweede getal is vier meer dan, twee keer het eerste getal. Het derde cijfer is vijf minder dan, drie keer het eerste getal. Hoe vind je de drie nummers?
De nummers zijn 23, 50 en 64. Begin met het schrijven van een uitdrukking voor elk van de drie nummers. Ze zijn allemaal gevormd vanaf het eerste nummer, dus laten we het eerste nummer x noemen. Laat het eerste getal zijn x Het tweede getal is 2x +4 Het derde getal is 3x -5 We krijgen te horen dat hun som 137 is. Dit betekent dat wanneer we ze allemaal bij elkaar optellen, het antwoord 137 zal zijn. Schrijf een vergelijking. (x) + (2x + 4) + (3x - 5) = 137 De haakjes zijn niet nodig, ze zijn opgenomen voor de duidelijkheid. 6x -1 = 137 6x = 138 x = 23 Zodra we het eerste getal kennen, kunnen we de andere twee berekenen aan
Om een bowlingtrofee te winnen, heb je een totale score van minimaal 3 spelers nodig. In de eerste twee games zijn je scores 183 en 165. Welke score heb je nodig op Game 3?
Je hebt 152 op Game 3 nodig. Als je 183 en 165 hebt bij de eerste twee wedstrijden, dan heb je 183 + 165 = 348 van de vereiste 500 punten. Dit laat 500-348 = 152 extra punten die moeten worden gewonnen in de derde game.
Je hebt handdoeken in drie maten. De lengte van de eerste is 3/4 m, wat overeenkomt met 3/5 van de lengte van de tweede. De lengte van de derde handdoek is 5/12 van de som van de lengten van de eerste twee. Welk deel van de derde handdoek is de tweede?
Verhouding van tweede tot derde handdoeklengte = 75/136 Lengte van de eerste handdoek = 3/5 m Lengte van de tweede handdoek = (5/3) * (3/4) = 5/4 m Lengte van de som van de eerste twee handdoeken = 3/5 + 5/4 = 37/20 Lengte van de derde handdoek = (5/12) * (37/20) = 136/60 = 34/15 m Verhouding van tweede tot derde handdoeklengte = (5/4 ) / (34/15) = (5 * 15) / (34 * 4) = 75/136