Ik zou dit normaal gesproken niet aan mijn middelbare scholieren leren, dus ik keek rond en vond een geweldige uitleg over jou tube.
Omdat in een polyprotisch zuur de eerste waterstof sneller zal dissociëren dan de andere, als de Ka-waarden een factor 10 tot de derde macht of meer verschillen, is het mogelijk om de pH bij benadering te berekenen door alleen de Ka van de eerste waterstof te gebruiken ion. Bijvoorbeeld:
Doe alsof
voor het zuur.
Als je de concentratie van het zuur weet, zeg dan dat het 0,0027M is en het
Wat is een voorbeeld van een zuur- en basissplitsingspraktijkprobleem?
Titratie Bereken de concentratie van een oxaalzuur (H_2C_2O_4) -oplossing als er 34,0 ml van een 0,200 M NaOH-oplossing nodig is om het zuur in 25,0 ml van de oxaalzuuroplossing te verbruiken. De gebalanceerde netto ionische vergelijking van de titreringsreactie is: H_2C_2O_4 (aq) + 2OH ^ - (aq) -> C_2O_4 ^ (2 -) (aq) + 2H_2O (l)
Wat is een voorbeeld van een stoichiometrie met zuur- en basissplitsingspraktijkprobleem?
Bekijk deze video Bekijk deze video die ik onlangs heb geüpload naar mijn kanaal over het percentage dissociatie van zwakke zuren. Ik hoop dat je het nuttig zult vinden. Acid - Base Equilibria | Procent Dissociation. kleur (grijs) ("Please like, Share & Subscribe")
Hoe reageren zuur en basen? + Voorbeeld
Neutralisatie Wanneer een zuur en een base samen worden geplaatst, reageren ze om de zuur- en basiseigenschappen te neutraliseren, waarbij een zout wordt geproduceerd (neutralisatie). De H (+) in het zuur combineert met de OH (-) in de base om water te vormen (kleurloos). De verbinding gevormd door het kation van de base en het anion van het zuur wordt een zout genoemd. Voorbeeld HCl + NaOH NaCl + H_2 O Zoutzuur + Natriumhydroxide Natriumchloride + water Natriumchloride is zout. Algemene formule zuur + alkali zout + water