Antwoord:
Zij maakte
Uitleg:
Laat
Ons is verteld
1
2
Door 1 te vermenigvuldigen met
3
3 aftrekken van 2
4
Het gemiddelde aantal vrije worpen gemaakt tijdens een basketbalspel varieert direct met het aantal uren oefenen gedurende een week. Wanneer een speler 6 uur per week oefent, levert ze gemiddeld 9 gratis worpen een spel. Hoe schrijf je een vergelijking met betrekking tot de uren?
F = 1.5h> "laat f staan voor vrije worpen en h-uren geoefend" "de verklaring is" fproph "om een vergelijking te vermenigvuldigen met k de constante" "van variatie" f = kh "om k de gegeven voorwaarde te gebruiken" h = 6 "en" f = 9 f = khrArrk = f / h = 9/6 = 3/2 = 1,5 "vergelijking is" kleur (rood) (balk (ul (| kleur (wit) (2/2) kleur (zwart) (f = 1,5 uur) kleur (wit) (02/02) |)))
Jay maakte 8 van 10 vrije worpen. Kim heeft 25 van de 45 gemaakt. Wie heeft vrije worpen gemaakt tegen het betere tarief?
Jay had het betere percentage vrije worpen. Het succespercentage van Jay was 8/10 = 80% Het succespercentage van Kim was 25/45 = 5/9 = 55.bar5%
Je wiskundeleraar vertelt je dat de volgende test 100 punten waard is en 38 problemen bevat. Meerkeuzevragen zijn elk 2 punten waard en woordproblemen zijn 5 punten waard. Hoeveel van elk type vraag zijn er?
Als we aannemen dat x het aantal meerkeuzevragen is, en y het aantal woordproblemen is, kunnen we een systeem van vergelijkingen schrijven zoals: {(x + y = 38), (2x + 5y = 100):} Als we vermenigvuldig de eerste vergelijking met -2 die we krijgen: {(-2x-2y = -76), (2x + 5y = 100):} Als we nu beide vergelijkingen toevoegen, krijgen we alleen een vergelijking met 1 onbekend (y): 3y = 24 => y = 8 Vervangen van de berekende waarde naar de eerste vergelijking die we krijgen: x + 8 = 38 => x = 30 De oplossing: {(x = 30), (y = 8):} betekent dat: De test had 30 meerkeuzevragen en 8 woordproblemen.