Hoe wordt allocatieve efficiëntie bereikt in pure concurrentie?

Hoe wordt allocatieve efficiëntie bereikt in pure concurrentie?
Anonim

Antwoord:

De veronderstellingen van perfecte concurrentie (zowel bij verkopers als kopers) leiden tot een evenwichtsprijs en een kwantiteit die niet kan worden verbeterd in termen van toewijzing van middelen.

Uitleg:

Ik heb een FlockDraw-diagram gemaakt om dit hier te helpen verklaren.

In perfecte concurrentie hebben alle kopers gelijke toegang tot dezelfde technologieën, geen toegangsbelemmeringen en geen marktmacht. Evenzo hebben alle consumenten gelijke toegang tot informatie en geen marktmacht. Externaliteiten en andere markttekortkomingen bestaan niet. Onder deze omstandigheden is het marktevenwicht efficiënt of optimaal. Geen enkele andere marktuitkomst zal het algehele welzijn van de samenleving verbeteren, gemeten aan de hand van de som van het producenten- en consumentenoverschot.

In de grafiek is de hoogte van de vraagcurve een maat voor het marginale sociale voordeel - de waarde die de marginale koper hecht aan het verbruik van de volgende eenheid. Evenzo is de aanbodcurve een proxy voor de marginale sociale kosten - de waarde van de bronnen die worden gebruikt om de volgende eenheid te produceren.

Bij evenwicht is de marginale sociale uitkering gelijk aan de marginale sociale kosten.Het produceren en consumeren van één eenheid minder dan het marktevenwicht zou het totale voordeel verminderen door het marginale sociale voordeel minus de marginale sociale kosten. Aangezien, links van het evenwicht, het marginale sociale voordeel hoger is dan de marginale sociale kosten, zou dit het algemene voordeel verminderen. Met andere woorden, we zouden hulpbronnen kunnen sparen door productie en consumptie te verminderen, maar we zouden meer voordelen geven dan we zouden besparen in kosten.

Evenzo zou het produceren en consumeren van één eenheid meer dan het marktevenwicht ook het algehele voordeel verminderen. Rechts van het evenwicht is het marginale sociale voordeel lager dan de marginale sociale kosten. Met andere woorden, we zouden meer kunnen produceren en consumeren dan we doen bij het evenwicht, maar de marginale voordelen hiervan zouden de extra kosten niet waard zijn.

Dit is de 'klassieke economie'-verklaring van efficiëntie. Houd er rekening mee dat dit afhangt van een aantal heroïsche veronderstellingen die in de praktijk vrijwel nooit worden vergeleken. Merk ook op dat de economie een utilitaire voorkeur heeft, als je dit gebruikt om een normatief argument te maken.