Antwoord:
Alle sterren sterven door ineen te storten onder de zwaartekracht. Het proces is verschillend, afhankelijk van de grootte van de ster.
Uitleg:
Alle hoofdreekssterren ondergaan in hun kern fusiereacties. De fusiereactie produceert een druk die de zwaartekracht tegenwerkt die de ster probeert in te storten. Wanneer de krachten in balans zijn, is de ster een hulpmiddel om in hydrostatisch evenwicht te zijn.
Kleinere sterren met massa's onder de 8 keer die van de zon smelten waterstof in helium tijdens de hoofdreeks. Wanneer de waterstofbrandstof opraakt stort de ster in onder de zwaartekracht.
Terwijl de kern instort, warmt het op tot het punt waarop helium kan beginnen te smelten in koolstof en zuurstof. De buitenste lagen van de ster breiden uit tot een rode reus.
Wanneer de heliumbrandstof opraakt en de kern hoofdzakelijk koolstof en zuurstof is, stoppen fusieprocessen omdat de kern niet warm genoeg kan worden om koolstoffusie te starten. De ster valt dan ineen in een witte dwerg.
Theoretisch, als het universum lang genoeg aanhoudt, zullen de witte dwergen gedurende miljarden jaren afkoelen om zwarte dwergen te worden.
Grotere sterren boven de 8 zonsmassa's beginnen met het smelten van waterstof in helium. Fusieprocessen die helium in koolstof smelten en vervolgens zwaardere elementen fuseren, verlopen bijna naadloos.
Wanneer fusieprocessen elementen produceren die lichter zijn dan ijzer, komt energie vrij door de fusiereactie. Fusiereacties die elementen produceren die zwaarder zijn dan ijzer vereisen extra energie.
Wanneer de kern hoofdzakelijk ijzer is, kunnen er geen fusiereacties meer plaatsvinden. De kern begint dan te bezwijken onder de zwaartekracht. De druk in de kern bereikt het punt waar atomen niet langer kunnen bestaan en de protonen worden omgezet in neutronen. Hierdoor komen enorme aantallen neutrino's vrij die ervoor zorgen dat de buitenste lagen van de ster exploderen als een supernova.
De kern van de ster is dan een neutronenster. Als de massa van de kern groot genoeg is, stort de neutronenster verder in een zwart gat.
De eigenaar van een stereo-winkel wil adverteren dat hij veel verschillende geluidssystemen op voorraad heeft. De winkel heeft 7 verschillende CD-spelers, 8 verschillende ontvangers en 10 verschillende luidsprekers. Hoeveel verschillende geluidssystemen kan de eigenaar adverteren?
De eigenaar kan in totaal 560 verschillende geluidssystemen adverteren! De manier om hierover na te denken is dat elke combinatie er als volgt uitziet: 1 Luidspreker (systeem), 1 ontvanger, 1 cd-speler Als we slechts 1 optie voor luidsprekers en cd-spelers hadden, maar we hebben nog steeds 8 verschillende ontvangers, dan zou er 8 combinaties. Als we alleen de luidsprekers hebben gerepareerd (doen alsof er maar één luidsprekersysteem beschikbaar is), dan kunnen we vanaf daar werken: S, R_1, C_1 S, R_1, C_2 S, R_1, C_3 ... S, R_1, C_8 S , R_2, C_1 ... S, R_7, C_8 Ik ga niet elke combinatie schrijven, maar het punt
Een schatting is dat er 1010 sterren in de Melkweg zijn en dat er 1010 sterrenstelsels in het universum zijn. Ervan uitgaande dat het aantal sterren in de Melkweg het gemiddelde aantal is, hoeveel sterren zijn er dan in het universum?
10 ^ 20 Ik neem aan dat je 1010 10-20 betekent. Dan is het aantal sterren eenvoudigweg 10 ^ 10 * 10 ^ 10 = 10 ^ 20.
Ster A heeft een parallax van 0.04 seconden boog. Ster B heeft een parallax van 0,02 boogseconden. Welke ster ligt verder van de zon vandaan? Wat is de afstand tot ster A van de zon, in parsecs? bedankt?
Ster B is verder verwijderd en de afstand tot de Zon is 50 parsecs of 163 lichtjaren. De relatie tussen de afstand van een ster en zijn parallaxhoek wordt gegeven door d = 1 / p, waarbij de afstand d wordt gemeten in parsecs (gelijk aan 3,26 lichtjaar) en de parallaxhoek p wordt gemeten in boogseconden. Daarom staat ster A op een afstand van 1 / 0.04 of 25 parsecs, terwijl ster B op een afstand van 1 / 0.02 of 50 parsecs staat. Vandaar dat ster B verder weg is en dat de afstand tot de zon 50 parsecs of 163 lichtjaren is.