Antwoord:
Eindgedrag: omlaag (Zoals #x -> -oo, y-> -oo #), Omhoog (As #x -> oo, y-> oo # )
Uitleg:
#f (x) = x ^ 3 + 4 x # Het eindgedrag van een grafiek beschrijft uiterst links
en uiterst rechtse porties. Gebruik van de graad van polynomiaal en leidend
coëfficiënt kunnen we het eindgedrag bepalen. Hier graad van
polynoom is #3# (oneven) en de leidende coëfficiënt is #+#.
Voor oneven graden en positieve voorloopcoëfficiënten gaat de grafiek
naar beneden terwijl we naar links gaan #3# kwadrant en gaat omhoog als we gaan
recht in #1# st kwadrant.
Eindgedrag: omlaag (As #x -> -oo, y-> -oo #), Omhoog (As #x -> oo, y-> oo #), grafiek {x ^ 3 + 4 x -20, 20, -10, 10} Ans
Antwoord:
#lim_ (xtooo) f (x) = oo #
#lim_ (xto-oo) f (x) = - oo #
Uitleg:
Om na te denken over eindgedrag, laten we eens nadenken over wat onze functie benadert #X# gaat naar # + - oo #.
Om dit te doen, laten we een aantal limieten nemen:
#lim_ (xtooo) x ^ 3 + 4x = oo #
Om na te denken over waarom dit logisch is, zoals #X# ballonnen op, de enige term die er toe doet is # X ^ 3 #. Omdat we een positieve exponent hebben, wordt deze functie snel erg groot.
Hoe benadert onze functie? #X# benaderingen # -Oo #?
#lim_ (xto-oo) x ^ 3 + 4x = -oo #
Nogmaals, als #X# wordt erg negatief, # X ^ 3 # zal het eindgedrag domineren. Omdat we een oneven exponent hebben, zal onze functie dichterbij komen # -Oo #.
Ik hoop dat dit helpt!