De reden waarom de meeste organismen een even aantal chromosomen hebben, is omdat chromosomen in paren zijn. Een mens heeft bijvoorbeeld de helft van zijn chromosomen van de vader en de andere helft van zijn moeder.
Er zijn uitzonderingen op de regel. Een persoon met Downsyndroom heeft bijvoorbeeld 47 chromosomen in plaats van 46, omdat ze dat wel hebben trisomie 21 (drie exemplaren van het 21e chromosoom, in plaats van slechts twee).
Een andere uitzondering zou zijn polyploidy, wat voorkomt wanneer organismen meer paren chromosomen hebben dan een diploïde cel.
Hieronder is een afbeelding om de polyploïdie te helpen visualiseren. Een voorbeeld van een haploïde cel zou een gameet zijn (bijvoorbeeld een spermacel) en een diploïde cel zou een huidcel van een persoon met 46 chromosomen zijn.
De som van twee opeenvolgende getallen is 77. Het verschil van de helft van het kleinere getal en een derde van het grotere getal is 6. Als x het kleinere getal is en y het grotere getal, welke twee vergelijkingen de som en het verschil van de nummers?
X + y = 77 1 / 2x-1 / 3y = 6 Als u de cijfers wilt weten die u kunt blijven lezen: x = 38 y = 39
Joe speelt een spel met een gewone dobbelsteen. Als het aantal zelfs opduikt, krijgt hij 5 keer het nummer dat opkomt. Als het vreemd is, verliest hij 10 keer het aantal dat opkomt. Hij gooit een 3. Wat is het resultaat als een geheel getal?
-30 Zoals het probleem aangeeft, verliest Joe 10 keer het oneven aantal (3) dat opkomt. -10 * 3 = -30
Penny keek naar haar klerenkast. Het aantal jurken dat ze bezat, was 18 meer dan het dubbele van het aantal kleuren. Het aantal jurken en het aantal pakken bedroeg samen 51. Wat was het nummer van elk exemplaar dat ze bezat?
Penny bezit 40 jurken en 11 pakken. Let d and s zijn respectievelijk het aantal jurken en pakken. Er wordt ons verteld dat het aantal jurken 18 meer dan tweemaal het aantal kleuren is. Daarom: d = 2s + 18 (1) Er wordt ons ook verteld dat het totale aantal jurken en pakken 51 is. Daarom is d + s = 51 (2) Van (2): d = 51-s Vervanging van d in (1 ) hierboven: 51-s = 2s + 18 3s = 33 s = 11 Vervangen voor s in (2) hierboven: d = 51-11 d = 40 Het aantal jurken (d) is dus 40 en het aantal kleuren (s) ) is 11.