Antwoord:
Uitleg:
Er zijn 950 studenten op de Hanover High School. De verhouding van het aantal eerstejaars studenten tot alle studenten is 3:10. De verhouding van het aantal tweedejaarsstudenten tot alle studenten is 1: 2. Wat is de verhouding van het aantal eerstejaars tot tweedejaarsstudenten?
3: 5 Je wilt eerst uitvinden hoeveel eerstejaars er zijn op de middelbare school. Omdat de verhouding van eerstejaars studenten tot alle studenten 3:10 is, vertegenwoordigen eerstejaarsstudenten 30% van alle 950 studenten, wat betekent dat er 950 (.3) = 285 eerstejaars zijn. De verhouding van het aantal tweedejaarsstudenten tot alle studenten is 1: 2, wat betekent dat de tweedejaars studenten de helft van alle studenten vertegenwoordigen. Dus 950 (.5) = 475 tweedejaarsstudenten. Omdat je op zoek bent naar de verhouding van het aantal tot eerstejaarsstudenten tot tweedejaars studenten, moet je uiteindelijke verhouding 285:
Het eenheidscijfer van het tweecijferige gehele getal is 3 meer dan het tientallencijfer. De verhouding van het product van de cijfers tot het gehele getal is 1/2. Hoe vind je dit gehele getal?
36 Stel dat het aantal tientallen t is. Dan is het cijfer van de eenheid t + 3 Het product van de cijfers is t (t + 3) = t ^ 2 + 3t Het gehele getal zelf is 10t + (t + 3) = 11t + 3 Uit wat ons wordt verteld: t ^ 2 + 3t = 1/2 (11t + 3) So: 2t ^ 2 + 6t = 11t + 3 So: 0 = 2t ^ 2-5t-3 = (t-3) (2t + 1) Dat is: t = 3 " "of" "t = -1/2 Omdat t een positief geheel getal van minder dan 10 is, heeft t = 3 de enige geldige oplossing. Dan is het gehele getal zelf: 36
Hoe los je 2 sin x - 1 = 0 op in het interval 0 tot 2pi?
X = pi / 6, 5pi / 6 1 / 2sin (x) - 1 = 0 2 / 2sin (x) = 1 3 / sin (x) = 1/2 4 / x = pi / 6, 5pi / 6