Antwoord:
Zie de volledige uitleg van de oplossing hieronder:
Uitleg:
Daarom zal een lijn loodrecht op de horizontale lijn en
De vergelijking voor een horizontale lijn is
In dit geval krijgen we het punt
Daarom is de vergelijking voor de regel in dit probleem:
De vergelijking van een lijn is 2x + 3y - 7 = 0, vind: - (1) helling van lijn (2) de vergelijking van een lijn loodrecht op de gegeven lijn en passeert de kruising van de lijn x-y + 2 = 0 en 3x + y-10 = 0?
-3x + 2y-2 = 0 kleur (wit) ("ddd") -> kleur (wit) ("ddd") y = 3 / 2x + 1 Eerste deel in veel detail dat aantoont hoe de eerste beginselen werken. Eenmaal hieraan gebruikt en met behulp van snelkoppelingen, gebruikt u veel minder regels. kleur (blauw) ("Bepaal het snijpunt van de beginvergelijkingen") x-y + 2 = 0 "" ....... Vergelijking (1) 3x + y-10 = 0 "" .... Vergelijking ( 2) Trek x af van beide zijden van Eqn (1) en geef -y + 2 = -x Vermenigvuldig beide zijden met (-1) + y-2 = + x "" .......... Vergelijking (1_a ) Gebruik Eqn (1_a) substituut voor x in Eqn
Wat is de vergelijking van een lijn die doorloopt (1,9) die loodrecht staat op lijn y = 1 / 2x-6?
Loodrecht betekent een negatieve reciproke helling van -1 / (1/2) = -2 dus een vergelijking van y = -2x + tekst {constant} en de constante moet y + 2x = 9 +2 (1) = 11. y zijn = -2x + 11 Controle: de lijnen staan loodrecht door inspectie. quad sqrt (1,9) staat op de lijn: -2 (1) + 11 = 9 quad sqrt
Wat is de vergelijking van de lijn die loodrecht staat op de lijn die doorloopt (5,3) en (8,8) halverwege de twee punten?
De vergelijking van de lijn is 5 * y + 3 * x = 47 De coördinaten van het middelpunt zijn [(8 + 5) / 2, (8 + 3) / 2] of (13 / 2,11 / 2); De helling ml van de lijn die doorloopt (5,3) en (8,8) is (8-3) / (8-5) of5 / 3; We weten dat de conditie van haaksheid van twee lijnen gelijk is aan m1 * m2 = -1, waarbij m1 en m2 de hellingen zijn van de loodrechte lijnen. Dus de helling van de lijn zal zijn (-1 / (5/3)) of -3/5 Nu is de lijnvergelijking die door het middelpunt gaat (13 / 2,11 / 2) y-11/2 = -3/5 (x-13/2) of y = -3 / 5 * x + 39/10 + 11/2 of y + 3/5 * x = 47/5 of 5 * y + 3 * x = 47 [Antwoord]