Antwoord:
Uitleg:
Eerst vinden we de factoren van
We nemen de laagste factor (
Het kleinste aantal is
De lengte van de basis van een gelijkbenige driehoek is 4 inch minder dan de lengte van een van de twee gelijke zijden van de driehoeken. Als de omtrek 32 is, wat zijn de lengten van elk van de drie zijden van de driehoek?
De zijkanten zijn 8, 12 en 12. We kunnen beginnen door een vergelijking te maken die de informatie kan weergeven die we hebben. We weten dat de totale omtrek 32 inch is. We kunnen elke kant met haakjes voorstellen. Omdat we weten dat andere 2 zijden naast de basis gelijk zijn, kunnen we dat in ons voordeel gebruiken. Onze vergelijking ziet er als volgt uit: (x-4) + (x) + (x) = 32. We kunnen dit zeggen omdat de basis 4 minder is dan de andere twee zijden, x. Wanneer we deze vergelijking oplossen, krijgen we x = 12. Als we dit voor elke kant inpluggen, krijgen we 8, 12 en 12. Als dit wordt toegevoegd, komt dit uit op een omt
Waar of niet waar ? Als 2 gcf (a, b) verdeelt en gcf (b, c) verdeelt, deelt 2 gcf (a, c)
Zie onder. GCF van twee getallen, zeg x en y, (in feite zelfs meer) is een gemeenschappelijke factor, die alle getallen verdeelt. We schrijven het als gcf (x, y). Merk echter op dat GCF de grootste gemene deler is en dat elke factor van deze getallen ook een factor van GCF is. Merk ook op dat als z een factor van y is en y een factor x is, dan is z ook een factor o x. Nu, als 2 gcf (a, b) deelt, betekent dit, dat 2 ook a en b deelt en daarom a en b gelijk zijn. Evenzo, als 2 gcf (b, c) verdeelt, betekent dit, deelt 2 ook b en c en daarom zijn b en c even. Dus als a en c beide gelijk zijn, hebben ze een gemeenschappelijke f
Je hebt handdoeken in drie maten. De lengte van de eerste is 3/4 m, wat overeenkomt met 3/5 van de lengte van de tweede. De lengte van de derde handdoek is 5/12 van de som van de lengten van de eerste twee. Welk deel van de derde handdoek is de tweede?
Verhouding van tweede tot derde handdoeklengte = 75/136 Lengte van de eerste handdoek = 3/5 m Lengte van de tweede handdoek = (5/3) * (3/4) = 5/4 m Lengte van de som van de eerste twee handdoeken = 3/5 + 5/4 = 37/20 Lengte van de derde handdoek = (5/12) * (37/20) = 136/60 = 34/15 m Verhouding van tweede tot derde handdoeklengte = (5/4 ) / (34/15) = (5 * 15) / (34 * 4) = 75/136