Identificeer de drie subeenheden in nucleïnezuren?

Identificeer de drie subeenheden in nucleïnezuren?
Anonim

Antwoord:

Een fosfaatgroep, een suikergroep en een stikstofbasis.

Uitleg:

Ik denk dat de vraag is wat de drie subeenheden van zijn nucleotiden zijn.

Nucleïnezuren (DNA, RNA) zijn grote polymeren, gemaakt van monomeerbouwstenen genaamd nucleotiden.

De nucleotiden hebben een vergelijkbare structuur met drie 'subeenheden':

  1. EEN fosfaatgroep
  2. EEN suikergroep: deoxyribose in DNA en ribose in RNA
  3. EEN Stikstofbasis: adenine, cytosine, guanine, thymine of uracil.

In een polymeer vormen deze nucleotiden een ruggegraat met de fosfaat- en suikergroepen. De stikstofhoudende basen steken uit die ruggengraat. RNA is een enkele streng. DNA is een dubbele streng waarin de stikstofhoudende basen zich tussen twee backbones vormen: