Antwoord:
Nummers zijn
Uitleg:
Laat de cijfers zijn
dan
d.w.z.
of
d.w.z.
d.w.z.
Als
Vandaar dat getallen zijn
Het product van drie gehele getallen is 90. Het tweede getal is het dubbele van het eerste getal. Het derde nummer twee meer dan het eerste nummer. Wat zijn de drie nummers?
22,44,24 We nemen aan dat het eerste getal x is. Eerste cijfer = x "tweemaal het eerste cijfer" Tweede cijfer = 2 * "eerste cijfer" Tweede cijfer = 2 * x "twee meer dan het eerste cijfer" Tweede cijfer = "eerste cijfer" +2 Derde nummer = x + 2 Het product van drie gehele getallen is 90. "eerste getal" + "tweede getal" + "derde getal" = 90 (x) + (2x) + (x + 2) = 90 Nu lossen we op voor x 4x + 2 = 90 4x = 88 x = 22 Nu we weten wat x is, kunnen we het aansluiten om elk individueel getal te vinden wanneer x = 22 Eerste = x = 22 Tweede = 2x = 2 * 22 = 44 Derd
De som van twee opeenvolgende getallen is 77. Het verschil van de helft van het kleinere getal en een derde van het grotere getal is 6. Als x het kleinere getal is en y het grotere getal, welke twee vergelijkingen de som en het verschil van de nummers?
X + y = 77 1 / 2x-1 / 3y = 6 Als u de cijfers wilt weten die u kunt blijven lezen: x = 38 y = 39
De som van twee getallen is -29. Het product van dezelfde twee nummers is 96. Wat zijn de twee nummers?
De twee cijfers zijn -4 en -24.Je kunt de twee uitspraken van het Engels naar het math vertalen: stackrel (x + y) overbrace "De som van twee getallen" "" stackrel (=) overbrace "is" "" stackrel (-28) overbrace "-28." stackrel (x * y) overbrace "Het product van dezelfde twee getallen" "" stackrel (=) overbrace "is" "" stackrel (96) overtrap "96." Nu kunnen we een systeem van vergelijkingen maken: {(x + y = -28, qquad (1)), (x * y = 96, qquad (2)):} Los nu op voor x in vergelijking (1): kleur (wit) (=>) x + y = -28 => x