Antwoord:
De twee nummers zijn
Uitleg:
Je kunt de twee uitspraken van Engels naar wiskunde vertalen:
Nu kunnen we een systeem van vergelijkingen maken:
Probeer nu op te lossen
Sluit deze nieuw aan
Sluit ten slotte beide
Voor
En voor
Ten slotte zien we dat er twee oplossingen zijn die hetzelfde zijn:
Dit betekent dat de twee nummers zijn
Het product van twee nummers is 1360. Het verschil van de twee getallen is 6. Wat zijn de twee getallen?
40 en 34 OF -34 en -40 Gegeven dat: 1) Het product van twee nummers 1.360 is. 2) Het verschil van de twee getallen is 6. Als de 2 getallen x zijn, en y 1) => x xx y = 1360 => x = 1360 / y en 2) => xy = 6 => x = 6+ y --------- (i) Vervangende waarde van x in 1), => (6+ y) y = 1360 => 6y + y ^ 2 -1360 = 0 => y ^ 2 + 6y - 1360 = 0 => y ^ 2 + 40y -34y -1360 = 0 => y (y +40) - 34 (y + 40) = 0 => (y-34) (y + 40) = 0 => y = 34 of y = -40 Het nemen van y = 34 en het vinden van de waarde van x uit vergelijking (2): xy = 6 => x - 34 = 6 => x = 40 Dus, x = 40 en y = 34 of Als we neem y = -40, da
De som van twee opeenvolgende getallen is 77. Het verschil van de helft van het kleinere getal en een derde van het grotere getal is 6. Als x het kleinere getal is en y het grotere getal, welke twee vergelijkingen de som en het verschil van de nummers?
X + y = 77 1 / 2x-1 / 3y = 6 Als u de cijfers wilt weten die u kunt blijven lezen: x = 38 y = 39
De som van twee getallen is 12. Het verschil tussen dezelfde twee getallen is 40. Wat zijn de twee getallen?
Noem de twee cijfers x en y. {(x + y = 12), (x - y = 40):} Los het gebruik van eliminatie op. 2x = 52 x = 26 26 + y = 12 y = -14 Dus de twee nummers zijn -14 en 26. Hopelijk helpt dit!