Sinds beweging langs de richtingen
- Dwingen mee
# Hati # De tweede bewegingswet van Newton gebruiken
Massa van honkbal
# = F_g / g # De kinematische uitdrukking gebruiken voor uniforme versnelling
# V = u + bij # Het invoegen van bepaalde waarden die we krijgen
# V = 0 + bij # # => A = v / t # #:.# Dwingen# = F_g / gxxv / t # - Dwingen mee
# Hatj # Het is gegeven dat er geen beweging van het honkbal in deze richting is. Als zodanig is netto-kracht
#=0# #F_ "net" = 0 = F_ "gesloten" + (- F_g) # # => F_ "toegepast" = F_g #
Totale kracht uitgeoefend door de werper op de bal
Drie mannen trekken aan touwen bevestigd aan een boom, de eerste man oefent een kracht uit van 6,0 N Noorden, de tweede een kracht van 35 N Oost en de derde 40 N NAAR ZUID. Wat is de omvang van de resulterende kracht op de boom?
48.8 "N" op een koers van 134.2 ^ @ Eerst kunnen we de resulterende kracht van de mannen vinden die trekken in de noord- en zuidrichting: F = 40-6 = 34 "N" pal zuid (180) Nu kunnen we de resulterende van deze kracht en de man trekt naar het oosten. Pythagoras gebruiken: R ^ 2 = 34 ^ 2 + 35 ^ 2 = 2381: .R = sqrt (2381) = 44.8 "N" De hoek theta van de verticaal wordt gegeven door: tantheta = 35/34 = 1.0294: .theta = 45.8 ^ @ N nemen als nul graden is dit op een positie van 134.2 ^ @
Welke impuls treedt op wanneer een gemiddelde kracht van 9 N wordt uitgeoefend op een kar van 2,3 kg, in rust in rust, gedurende 1,2 s? Welke verandering in momentum ondergaat de kar? Wat is de eindsnelheid van het wagentje?
Δp = 11 Ns v = 4,7 ms ^ (- 1) Impuls (Δp) Δ p = Ft = 9 × 1,2 = 10,8 Ns Of 11 Ns (2 sf) Impuls = verandering in moment, dus verandering in momentum = 11 kg .ms ^ (- 1) eindsnelheid m = 2,3 kg, u = 0, v =? Δp = mv - mu = mv - 0 v = (Δp) / m = 10.8 / 2.3 = 4.7 m.s ^ (- 1) De richting van de snelheid is in dezelfde richting als de kracht.
Een vrouw op een fiets versnelt vanuit rust met een constante snelheid gedurende 10 seconden, totdat de fiets 20 m / s beweegt. Ze handhaaft deze snelheid gedurende 30 seconden en remt vervolgens af om met een constante snelheid te vertragen. De fiets komt 5 seconden later tot stilstand. Hulp?
"Deel a) versnelling" a = -4 m / s ^ 2 "Deel b) totale afgelegde afstand is" 750 mv = v_0 + bij "Deel a) In de laatste 5 seconden hebben we:" 0 = 20 + 5 a = > a = -4 m / s ^ 2 "Deel b)" "In de eerste 10 seconden hebben we:" 20 = 0 + 10 a => a = 2 m / s ^ 2 x = v_0 t + bij ^ 2 / 2 => x = 0 t + 2 * 10 ^ 2/2 = 100 m "In de volgende 30 seconden hebben we een constante snelheid:" x = vt => x = 20 * 30 = 600 m "In de laatste 5 seconden hebben we hebben: "x = 20 * 5 - 4 * 5 ^ 2/2 = 50 m =>" Totale afstand "x = 100 + 600 + 50 = 750 m&quo