
Antwoord:
Uitleg:
Als je de constante van variatie in algebra 2 kent, zou dit eenvoudig moeten zijn, hoe dan ook, dit is hoe je het kunt oplossen.
In constante variatie:
dus wat is de schaalfactor? Welnu, we zouden dat kunnen vinden door k te vinden.
zo,
we dat we gewoon k in konden pluggen en het aantal gasten in de volgende scène om te zien hoeveel pizza's, zo;
Dus om 27 gasten te dienen, heeft u zes pizza's nodig. Onthoud dat 4,5 of 9 gasten in elke 2 pizza's de schaalfactor is.
De verhouding tussen het aantal jongens en meisjes op een feest is 3: 4. Zes jongens verlaten het feest. De verhouding tussen het aantal jongens en meisjes op het feest is nu 5: 8. Hoeveel meisjes zijn er op het feest?

De jongens zijn 36, de meisjes 48 Laat b het aantal jongens en g het aantal meisjes, dan b / g = 3/4 en (b-6) / g = 5/8 Dus je kunt het systeem oplossen: b = 3 / 4g en g = 8 (b-6) / 5 Laat in b in de tweede vergelijking de waarde 3 / 4g vervangen door b en je krijgt: g = 8 (3 / 4g-6) / 5 5g = 6g-48 g = 48 en b = 3/4 * 48 = 36
Er zijn 20 gasten op een feest. De gastheer heeft 8 gallons punch. Hij schat dat elke gast 2 ponsen punch zal drinken. Als zijn schatting klopt, hoeveel punch zal er over zijn aan het einde van het feest?

20.8143L = 88 kopjes 20 gasten maal 2 kopjes punch elk = 40 kopjes punch dronken totaal. Haal die dan van de originele hoeveelheid punch van 8 gallon (volgens google 8 gallons is 30.2833L) Aannemend dat 1 cup = 236.6 mL, 40 * 236.6 = 9464 mL = 9.464 L, dan is de schatting 30.2833-9.464 = 20.8143L totaal .
Je geeft een feestje. Je hebt 6 pinten ijs voor het feest. Als u 3/4 pint ijs aan elke persoon serveert, hoeveel mensen kunt u dan bedienen?

Dit is een kwestie van verdeeldheid. U wilt weten hoe vaak 3/4 in 6 gaat. 6div3 / 4 Aangezien deling hetzelfde is als vermenigvuldiging met het omgekeerde: 6xx4 / 3 = (6xx4) / 3 = 8 U kunt 8 personen dienen. Controle: 8xx3 / 4 = 24/4 = 6 pinten