Antwoord:
Zie een oplossingsproces hieronder:
Uitleg:
Plaats eerst de vergelijking in standaard vierkante vorm:
of
De kwadratische formule stelt:
Voor
Het onderscheid is het deel van de kwadratische vergelijking binnen de radicaal:
Als het onderscheid is:
- Positief, je krijgt twee echte oplossingen
- Nee, je krijgt maar ÉÉN oplossing
- Negatief krijg je complexe oplossingen
Om de discriminant te vinden voor dit probleem vervanger:
Omdat het onderscheid is Positief, krijg je twee echte oplossingen.
Sociologen zeggen dat 95% van de gehuwde vrouwen beweren dat de moeder van hun man het grootste twistpunt is in hun huwelijk. Stel dat zes getrouwde vrouwen samen koffie drinken. Wat is de kans dat geen van hen een hekel heeft aan hun schoonmoeder?
0.000000015625 P (afkeer van schoonmoeder) = 0.95 P (geen afkeer van schoonmoeder) = 1-0.95 = 0.05 P (alle 6 hebben geen hekel aan schoonmoeder) = P (eerste heeft geen hekel aan schoonmoeder) * P (tweede) * ... * P (zesde houdt niet van schoonmoeder) = 0.05 * 0.05 * 0.05 * 0.05 * 0.05 * 0.05 = 0.05 ^ 6 = 0.000000015625
Wat is het voltooid deelwoord van "smite"? "Smote" klinkt een beetje goed, maar niet echt. Iemand zei dat het "geslagen" zou zijn, maar dat betekent dat je verliefd bent. Ik ben in de war. Help alstublieft.
Smitten. Smote is een andere vorm van het werkwoord. Het voltooid deelwoord is 'geslagen', omdat het waarschijnlijk afkomstig is van een Duitse root en het gemeenschappelijke '-en'-einde heeft. 'Smote' is de onvolmaakte verleden vorm. 'Ik heb geslagen' 'Ik heb geslagen'
Stel dat een persoon willekeurig een kaart uit een pak van 52 kaarten selecteert en ons vertelt dat de geselecteerde kaart rood is. Vind je de kans dat de kaart het soort hart is dat wordt gegeven dat hij rood is?
1/2 P ["kleur is harten"] = 1/4 P ["kaart is rood"] = 1/2 P ["kleur is harten | kaart is rood"] = (P ["kleur is harten EN kaart is rood "]) / (P [" kaart is rood "]) = (P [" kaart is rood | pak is harten "] * P [" kleur is harten "]) / (P [" kaart is rood "]) = (1 * P ["kleur is harten"]) / (P ["kaart is rood"]) = (1/4) / (1/2) = 2/4 = 1/2