Objecten A en B staan aan de oorsprong. Als object A verplaatst naar (6, 7) en object B verplaatst naar (-1, 3) over 4 seconden, wat is de relatieve snelheid van object B vanuit het perspectief van object A?

Objecten A en B staan aan de oorsprong. Als object A verplaatst naar (6, 7) en object B verplaatst naar (-1, 3) over 4 seconden, wat is de relatieve snelheid van object B vanuit het perspectief van object A?
Anonim

Antwoord:

Gebruik eerst de stelling van Pythagoras en gebruik vervolgens de vergelijking # D = vt #

Uitleg:

Object A is verplaatst # C = sqrt (6 + 2 ^ 7 ^ 2 #= 9.22m

Object B is verplaatst # C = sqrt ((- 1) ^ 2 + 3 ^ 2 #= 3.16m

De snelheid van object A is dan # {9.22m} / {4s} = 2.31m / s #

De snelheid van object B is dan # {3.16m} / {} = 4s. 79 m / s #

Aangezien deze objecten in tegengestelde richtingen bewegen, zullen deze snelheden toevoegen, zodat ze lijken te bewegen met 3,10 m / s

weg van elkaar.