Twee hoeken van een driehoek hebben hoeken van (2 pi) / 3 en (pi) / 4. Als een zijde van de driehoek een lengte van 15 heeft, wat is dan de langst mogelijke omtrek van de driehoek?

Twee hoeken van een driehoek hebben hoeken van (2 pi) / 3 en (pi) / 4. Als een zijde van de driehoek een lengte van 15 heeft, wat is dan de langst mogelijke omtrek van de driehoek?
Anonim

Antwoord:

# P = 106.17 #

Uitleg:

Door observatie zou de langste lengte tegenover de breedste hoek zijn en de kortste lengte tegenover de kleinste hoek. De kleinste hoek, gezien de twee genoemde, is # 1/12 (pi) #of # 15 ^ o #.

Gebruikmakend van de lengte van 15 als de kortste zijde, zijn de hoeken aan elke kant ervan die gegeven. We kunnen de driehoekshoogte berekenen # H # uit die waarden en gebruik dat dan als een zijde voor de twee driehoekige delen om de andere twee zijden van de oorspronkelijke driehoek te vinden.

#tan (2 / 3pi) = h / (15-x) #; #tan (1 / 4pi) = h / x #

# -1.732 = h / (15-x) #; # 1 = h / x #

# -1.732 xx (15-x) = h #; EN #x = h # Vervang dit door x:

# -1.732 xx (15-h) = h #

# -25.98 + 1.732h = h #

# 0.732h = 25.98 #; #h = 35.49 #

Nu zijn de andere partijen:

#A = 35.49 / (sin (pi / 4)) # en #B = 35.49 / (sin (2 / 3pi)) #

#A = 50.19 # en #B = 40,98 #

De maximale omtrek is dus:

# P = 15 + 40,98 + 50,19 = 106,17 #

Antwoord:

Omtrek# =106.17#

Uitleg:

laat

#angle A = (2pi) / 3 #

#hoek B = pi / 4 #

daarom;

met behulp van de eigenschap angle sum

#hoek C = pi / 12 #

De sinusregel gebruiken

# a = 15 × sin ((2pi) / 3) / sin (pi / 12) = 50.19 #

# b = 15 × (sin ((pi) / 4)) / sin (pi / 12) = 40,98 #

omtrek #=40.98+50.19+15 =106.17#