Antwoord:
5
Uitleg:
Laat het nummer gelijk zijn aan x. De helft van het aantal is dan
Het omgekeerde van het nummer is
dan
Nul is geen levensvatbare oplossing omdat het wederzijds oneindig is. Het antwoord is daarom
De som van een half getal en het omgekeerde is hetzelfde als 51 gedeeld door het getal. Hoe vind je het nummer?
Schrijf een vergelijking om de situatie weer te geven x / 2 + 1 / x = 51 / x Plaats op een gemeenschappelijke noemer: (x (x)) / (2 (x)) + (1 (2)) / (2 (x) ) = (51 (2)) / (2 (x)) Nu kunt u de noemers elimineren en de resulterende kwadratische vergelijking oplossen. x ^ 2 + 2 = 102 x ^ 2 - 100 = 0 Los op door te factureren als een verschil in vierkanten. (x + 10) (x - 10) = 0 x = -10 en 10 De getallen zijn -10 en 10. Oefeningen: een derde van een getal dat wordt toegevoegd tot vier keer het aantal is omgekeerd is gelijk aan de helft van het quotiënt van 104 en de aantal.
De som van twee opeenvolgende getallen is 77. Het verschil van de helft van het kleinere getal en een derde van het grotere getal is 6. Als x het kleinere getal is en y het grotere getal, welke twee vergelijkingen de som en het verschil van de nummers?
X + y = 77 1 / 2x-1 / 3y = 6 Als u de cijfers wilt weten die u kunt blijven lezen: x = 38 y = 39
Yvonne denkt aan een nummer. Vijftig, afgenomen met drie keer het aantal, is hetzelfde als zeven keer het getal, verhoogd met 80. Wat is het nummer van Yvonne?
X = -3 Let op het gebruik van de komma's die de volgorde van de bewerkingen aangeven. 50 - 3x = 7x + 80 50 - 80 = 7x + 3x -30 = 10x x = -3