Wanneer gebruiken we "hebben gehad" en "gehad" in zinnen?

Wanneer gebruiken we "hebben gehad" en "gehad" in zinnen?
Anonim

Antwoord:

"Hebben gehad" houdt in dat de persoon tot op heden iets blijft hebben, maar "had gehad" betekent dat de regeling strikt in het verleden is.

Uitleg:

Ik drink, maar rook niet meer. Wanneer ik zeg: "Ik heb martini's gehad voor mijn maaltijden", hier is een implicatie (huidig bezittelijk eigendom) dat ik deze gewoonte, tot op heden, voortzet. Maar als ik zeg: "Ik had sigaretten bij mijn lunch", is de implicatie (in het verleden bezittelijk) dat ik dit niet langer doe en geen plannen heb om naar zo'n praktijk terug te keren.