Wat is het verschil tussen een werkwoord, bijwoord en bijvoeglijk naamwoord?

Wat is het verschil tussen een werkwoord, bijwoord en bijvoeglijk naamwoord?
Anonim

Antwoord:

EEN werkwoord is een woord voor een actie of een staat van zijn.

Een bijwoord is een woord dat wordt gebruikt om een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord te wijzigen.

Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat wordt gebruikt om een zelfstandig naamwoord te beschrijven.

Uitleg:

WERKWOORD

Voorbeelden van actiewerkwoorden zijn: wandelen, praten, denken, zien, eten, vinden, geloven, zitten.

Voorbeelden van werkwoorden die een staat van zijn met elkaar in verband brengen zijn: ben, zijn, is, zal, was, waren.

Werkwoorden kunnen samenwerken, deze functie wordt een genoemd hulp- of helpen werkwoord, bijvoorbeeld:

- Ik ben het lopen.

-- Wij waren praten.

- Ik zullen zien.

BIJWOORD

Een bijwoord wordt gebruikt om de mate, manier, plaats of tijd van het werkwoord, het bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord dat het wijzigt, weer te geven.

Voorbeelden van bijwoorden zijn: heel, langzaam, bijna, vaak, nooit, vreemd, niet.

Voorbeeld gebruik van bijwoorden:

-- We waren niet praten. (wijzigt het werkwoord 'waren aan het praten')

-- Vandaag is heel heet. (wijzigt het adjectief 'heet')

-- Ik was aan het lopen heel langzaam. (past het bijwoord 'langzaam' aan)

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

De meeste bijvoeglijke naamwoorden die worden gebruikt om zelfstandige naamwoorden te beschrijven, hebben graden:

- Positieve graad = warm, klein, vreemd, zwaar, mooi.

- Vergelijkende graad = heter, kleiner, vreemder, zwaarder, mooier.

- Superlatieve graad = heetste, kleinste, vreemdste, zwaarste, mooiste.

Voorbeeld gebruik van bijvoeglijke naamwoorden.

- Ze droeg een mooi jurk. (beschrijft het zelfstandig naamwoord 'jurk')

-- De kleiner kinderen rijden op een schoolbus. (beschrijft het zelfstandig naamwoord 'kinderen')

- We zagen het vreemdste zicht. (beschrijft het zelfstandig naamwoord 'zicht')