Laat x = 4 en y = -2. Evalueer (x ^ 2-y ^ 2 (10-y ^ 2) -: 3) ^ 2. Blijkbaar moet ik hier een vraagteken plaatsen?

Laat x = 4 en y = -2. Evalueer (x ^ 2-y ^ 2 (10-y ^ 2) -: 3) ^ 2. Blijkbaar moet ik hier een vraagteken plaatsen?
Anonim

Antwoord:

Het vermindert tot 64

Uitleg:

Voor vragen van dit type nemen we de gegeven waarden # (x = 4, y = -2) # en vervang ze in de uitdrukking om te zien wat het vereenvoudigt om:

# (X ^ y ^ 2-2 (10-y ^ 2) -: 3) ^ 2 #

#(4^2-(-2)^2(10-(-2)^2)-:3)^2#

Nu de waarden zijn geplaatst, moeten we nu de volgorde van bewerkingen doorlopen:

  • #color (rood) (P) # - haakjes (ook bekend als haakjes)
  • #color (blauw) (E) # - Exponenten
  • #color (groen) (M) # - Vermenigvuldiging
  • #color (groen) (D) # - Divisie (dit heeft hetzelfde gewicht als M en dus heb ik het dezelfde kleur gegeven)
  • #color (bruin) (A) # - Toevoeging
  • #color (bruin) (S) # - Aftrekken - (nogmaals, hetzelfde gewicht als A en dus dezelfde kleur)

De beugel met de #(10-(-2)^2)# termijn moet eerst worden gedaan:

#(10-(-2)^2)#

We plaatsen eerst de #-2#, trek dat resultaat dan af van 10:

#(10-4)=6#

#:. (4^2-(-2)^2(6)-:3)^2#

Laten we nu de twee vierkanten die nog in de beugel zitten doen:

# (16-4(6)-:3)^2#

Vervolgens hebben we de vermenigvuldiging en verdeling:

# (16-24-:3)^2#

# (16-8)^2#

We kunnen nu de aftrekking doen en dan het vierkant:

#8^2=64#