Antwoord:
Uitleg:
Laat de twee nummers zijn
set
De vraag opdelen in zijn samenstellende delen:
De som van twee getallen is 24:
Als 4 minder dan:
6 keer:
het kleinere aantal:
gelijk aan:
5 meer dan:
Drie keer:
het grotere aantal:
'~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
'~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Van (2):
Vervanging voor
Het verzamelen van dezelfde termen
Verdeel beide zijden door 9
'~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Vervang vergelijking (4) in vergelijking (2)
'~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Het grootste van twee is 10 minder dan twee keer het kleinere aantal. Als de som van de twee getallen 38 is, wat zijn dan de twee getallen?
Het kleinste getal is 16 en het grootste is 22. Bex het kleinste van de twee getallen, het probleem kan worden samengevat met de volgende vergelijking: (2x-10) + x = 38 pijlpunt rechts 3x-10 = 38 pijlpunt rechts 3x = 48 pijl-rechts x = 48/3 = 16 Daarom kleinste nummer = 16 grootste getal = 38-16 = 22
De som van twee opeenvolgende getallen is 77. Het verschil van de helft van het kleinere getal en een derde van het grotere getal is 6. Als x het kleinere getal is en y het grotere getal, welke twee vergelijkingen de som en het verschil van de nummers?
X + y = 77 1 / 2x-1 / 3y = 6 Als u de cijfers wilt weten die u kunt blijven lezen: x = 38 y = 39
Eén nummer is vier keer een ander nummer. Als het kleinere aantal wordt afgetrokken van het grotere aantal, is het resultaat hetzelfde als wanneer het kleinere aantal met 30 is verhoogd. Wat zijn de twee getallen?
A = 60 b = 15 Groter getal = a Kleiner aantal = ba = 4b ab = b + 30 abb = 30 a-2b = 30 4b-2b = 30 2b = 30 b = 30/2 b = 15 a = 4xx15 a = 60