Drie mannen trekken aan touwen bevestigd aan een boom, de eerste man oefent een kracht uit van 6,0 N Noorden, de tweede een kracht van 35 N Oost en de derde 40 N NAAR ZUID. Wat is de omvang van de resulterende kracht op de boom?

Drie mannen trekken aan touwen bevestigd aan een boom, de eerste man oefent een kracht uit van 6,0 N Noorden, de tweede een kracht van 35 N Oost en de derde 40 N NAAR ZUID. Wat is de omvang van de resulterende kracht op de boom?
Anonim

Antwoord:

# 48.8 "N" # op een peiling van #134.2^@#

Uitleg:

Eerst kunnen we de resulterende kracht van de mannen vinden die trekken in de noord- en zuidrichting:

# F = 40-6 = 34 "N" # in het zuiden (180)

Nu kunnen we het resultaat van deze kracht vinden en de man trekt naar het oosten.

Pythagoras gebruiken:

# R ^ = 2 34 + 2 ^ 35 ^ 2 = 2.381 #

#:. R = sqrt (2381) = 44,8 "N" #

De engel # Theta # van de verticale wordt gegeven door:

# Tantheta = 35/34 = 1,0294 #

#:. theta=45.8^@#

N nemen als nul graden heeft dit tot gevolg #134.2^@#