Twee tegenovergestelde zijden van een parallellogram hebben lengtes van 3. Als één hoek van het parallellogram een hoek van pi / 12 heeft en het gebied van het parallellogram 14 is, hoe lang zijn dan de andere twee zijden?

Twee tegenovergestelde zijden van een parallellogram hebben lengtes van 3. Als één hoek van het parallellogram een hoek van pi / 12 heeft en het gebied van het parallellogram 14 is, hoe lang zijn dan de andere twee zijden?
Anonim

Antwoord:

Uitgaande van een beetje standaard trigonometrie …

Uitleg:

Laat x de (gemeenschappelijke) lengte van elke onbekende kant zijn.

Als b = 3 de maat is van de basis van het parallellogram, laat h de verticale hoogte ervan zijn.

Het gebied van het parallellogram is #bh = 14 #

Omdat b bekend is, hebben we dat gedaan #h = 14/3 #.

Van basis Trig, #sin (pi / 12) = h / x #.

We kunnen de exacte waarde van de sinus vinden door een formule met een halve of een andere hoek te gebruiken.

#sin (pi / 12) = sin (pi / 3 - pi / 4) = sin (pi / 3) cos (pi / 4) - cos (pi / 3) sin (pi / 4) #

# = (sqrt6 - sqrt2) / 4 #.

Zo…

# (sqrt6 - sqrt2) / 4 = h / x #

# x (sqrt6 - sqrt2) = 4h #

Vervangen door de waarde van h:

# x (sqrt6 - sqrt2) = 4 (14/3) #

# x (sqrt6 - sqrt2) = 56/3 #

Delen door de uitdrukking tussen haakjes:

# x = 56 / (3 (sqrt6 - sqrt2)) #

Als we eisen dat het antwoord wordt gerationaliseerd:

# x = 56 / (3 (sqrt6 - sqrt2)) * ((sqrt6 + sqrt2) / (sqrt6 + sqrt2)) #

# = 56 (sqrt6 + sqrt2) / (3 (4)) #

# = (14 (sqrt6 + sqrt2)) / (3) #

OPMERKING: als u de formule hebt #A = ab sin (theta) #, je kunt het gebruiken om sneller hetzelfde antwoord te bereiken.