Antwoord:
De cafetaria verkoopt 352 flessen water per maand.
Uitleg:
De cafetaria verkoopt
De cafetaria verkoopt 352 flessen water per maand.
Jenna kocht 3 pakjes water in flessen, met 8 flessen in elke verpakking. Toen gaf ze 6 flessen weg. Wat is de vergelijking om uit te drukken hoeveel flessen ze nog heeft?
X = 3xx8-6 Ontdek hoeveel flessen ze moest beginnen en trek vervolgens 6/3 pakken af met 8 in elk opzicht dat ze 3xx8 = 24 flessen had. Ze gaf toen 6 weg: laat het aantal flessen links zijn x x = 3xx8-6 x = 24-6 x = 18
Kendr koopt gebotteld water voor een klasreisje. Ze heeft 16 flessen over van de laatste reis. Ze koopt flessen bij de zaak om een goede prijs te krijgen. Elke koffer bevat 24 flessen. Hoeveel gevallen moet ze kopen als ze in totaal 160 flessen wil hebben?
7 16 flessen zijn over, dus 16 minder flessen moeten worden gekocht. 160 - 12 = 148 aantal benodigde gevallen: 148/24 = 6.1666 .... 6.16 ...> 6 omdat het aantal gevallen een geheel getal moet zijn, meer dan 6 flessen worden gekocht. 6.16 naar boven afgerond, naar het volgende hele getal, is 7.
Water lekt uit een omgekeerde conische tank met een snelheid van 10.000 cm3 / min, terwijl water met constante snelheid in de tank wordt gepompt. Als de tank een hoogte van 6 m heeft en de diameter bovenaan 4 m is en als het waterniveau stijgt met een snelheid van 20 cm / min wanneer de hoogte van het water 2 m is, hoe vindt u dan de snelheid waarmee het water in de tank wordt gepompt?
Laat V het volume water in de tank zijn, in cm ^ 3; laat h de diepte / hoogte van het water zijn, in cm; en laat r de straal zijn van het oppervlak van het water (bovenaan), in cm. Omdat de tank een omgekeerde kegel is, is ook de massa water. Aangezien de tank een hoogte heeft van 6 m en een straal bovenaan 2 m, impliceert dezelfde driehoek dat frac {h} {r} = frac {6} {2} = 3 zodat h = 3r. Het volume van de omgekeerde kegel van water is dan V = frac {1} {3} pi r ^ {2} h = pi r ^ {3}. Onderscheid nu beide zijden met betrekking tot tijd t (in minuten) om frac {dV} {dt} = 3 pi r ^ {2} cdot frac {dr} {dt} te krijgen (de kettin