Wat zijn de belangrijkste functies van het celmembraan?

Wat zijn de belangrijkste functies van het celmembraan?
Anonim

Antwoord:

Het celmembraan is de buitenste laag van een cel en helpt het de vorm te behouden, en zorgt ervoor dat bepaalde moleculen de cel kunnen binnenkomen en verlaten.

Uitleg:

Het celmembraan is gemaakt van twee lagen fosfolipiden, een type lipide met een kop en twee staarten. De structuur van deze moleculen maakt het mogelijk dat het membraan semi-permeabel is, wat betekent dat alleen bepaalde moleculen het membraan kunnen passeren. Dit is belangrijk omdat cellen snel dingen zoals zuurstof en water moeten krijgen en afvalstoffen zoals koolstofdioxide moeten verwijderen.

Deze afbeelding toont meer van de structuur van het membraan:

Je kunt zien dat er ook eiwitkanalen zijn waardoor materialen in en uit de cel kunnen gaan. Deze kunnen moleculen transporteren die normaal niet de fosfolipide dubbellaag kunnen doorkruisen.

Antwoord:

Het membraan scheidt de cel van zijn omgeving.

Uitleg:

Moleculen van het celmembraan zijn gerangschikt in een vel.

Dit membraan wordt het vloeibare mozaïekmodel genoemd omdat het een mengsel is van fosfolipiden, cholesterol, eiwitten en koolhydraten.

Het grootste deel van het membraan bestaat uit fosfolipidemoleculen. Deze maken het mogelijk dat het membraan nogal vloeibaar is.

Ingesloten in dit membraan zijn eiwitten die enige structuur aan het membraan geven.

De derde componenten zijn eiwitten of glycolipiden.

Het membraan kan zichzelf verzegelen als het wordt doorboord door iets heel dun als een pen. Maar het zal barsten als het te veel water binnenkrijgt.

De eiwitten zweven op het oppervlak van het membraan als eilanden in de zee.

Cholesterol wordt ook in het membraan aangetroffen. Het voorkomt dat lagere temperaturen de vloeibaarheid van het membraan remmen en voorkomt dat hogere temperaturen de vloeibaarheid verhogen.

De koolhydraten die zich in plasmamembranen bevinden, zijn gebonden aan eiwitten of aan de lipiden. Ze vormen locaties op het oppervlak waardoor de cellen elkaar kunnen herkennen.

Dit is belangrijk omdat het allemaal het immuunsysteem vertelt om te bepalen of een cel vreemd is (niet-zelf) of lichaamscellen (zelf).