Er zijn 785 studenten in de seniorenklasse. Als er 77 meer vrouwen in de klas zijn dan mannen, hoeveel mannelijke en vrouwelijke senioren zijn er dan in de klas?

Er zijn 785 studenten in de seniorenklasse. Als er 77 meer vrouwen in de klas zijn dan mannen, hoeveel mannelijke en vrouwelijke senioren zijn er dan in de klas?
Anonim

Antwoord:

Het aantal mannelijke senioren is #354# en het aantal vrouwelijke senioren is #431#.

Uitleg:

Als we het aantal mannen weergeven als #X#, dan zal het aantal vrouwtjes zijn # (X + 77) #. Vandaar:

# + X (x + 77) = 785 #

Open de haakjes en vereenvoudig.

# X + x + 77 = 785 #

# 2x + 77 = 785 #

Aftrekken #77# van beide kanten.

# 2x = 708 #

Verdeel beide kanten door #2#.

# X = 354 #

#:. (x + 77) = 431 #