Antwoord:
24 en 12
Uitleg:
ik zal geven
Dit probleem heeft twee gegevens, zodat we twee vergelijkingen kunnen maken.
Het eerste stukje informatie zegt:
'
"Het verschil" betekent een aftrekprobleem, dus het ene getal wordt van het andere afgetrokken.
De tweede is een beetje meer rechtlijnig:
Nu zal ik de tweede vergelijking in de eerste vervangen:
Nu vervangen
De grootste van twee cijfers is 5 minder dan twee keer het kleinere aantal. De som van de twee getallen is 28. Hoe vindt u de twee getallen?
De cijfers zijn 11 en 17 Deze vraag kan worden beantwoord door 1 of 2 variabelen te gebruiken. Ik zal kiezen voor 1 variabele, omdat de tweede kan worden geschreven in termen van de eerste.Definieer eerst de getallen en de variabele: laat het kleinere getal x zijn. De grootste is "5 minder dan dubbele x". Het grotere getal is 2x-5. De som van de getallen is 28. Voeg ze toe om 28 x + 2x-5 = 28 "" te krijgen, los nu de vergelijking op voor x 3x = 28+ 5 3x = 33 x = 11 Het kleinere getal is 11. Hoe groter is 2xx11-5 = 17 11 + 17 = 28
De som van twee opeenvolgende getallen is 77. Het verschil van de helft van het kleinere getal en een derde van het grotere getal is 6. Als x het kleinere getal is en y het grotere getal, welke twee vergelijkingen de som en het verschil van de nummers?
X + y = 77 1 / 2x-1 / 3y = 6 Als u de cijfers wilt weten die u kunt blijven lezen: x = 38 y = 39
De som van twee getallen is 24. Als 4 minder dan 6 keer het kleinere getal gelijk is aan 5 meer dan 3 keer het grotere aantal, wat zijn dan de getallen?
A = 9 ";" b = 15 "" Oplossing Herwerkt! kleur (rood) ("Decimalen gebruiken geeft geen precies antwoord!") Laat de twee getallen een "en" zijn b Stel een <b De vraag in zijn samenstellende delen op: de som van twee getallen is 24: "" -> a + b = 24 Als 4 minder dan: "" ->? -4 6 keer: "" -> (6xx?) - 4 kleiner aantal: "" -> (6xxa) -4 is gelijk aan: "" - > (6xxa) -4 = 5 meer dan: "" -> (6xxa) -4 = 5 +? 3 keer: "" -> (6xxa) -4 = 5 + (3xx?) Het grotere aantal: "" -> (6xxa) -4 = 5 + (3x