Twee hoeken van een driehoek hebben hoeken van (3 pi) / 8 en pi / 8. Als een zijde van de driehoek een lengte van 5 heeft, wat is dan de langst mogelijke omtrek van de driehoek?

Twee hoeken van een driehoek hebben hoeken van (3 pi) / 8 en pi / 8. Als een zijde van de driehoek een lengte van 5 heeft, wat is dan de langst mogelijke omtrek van de driehoek?
Anonim

Antwoord:

gebruik sinusregel

Uitleg:

ik raad je aan om een stuk papier en een potlood te vinden om deze verklaring gemakkelijker te begrijpen.

vind de waarde van de resterende hoek:

#pi = 3 / 8pi + 1 / 8pi +? #

#? = pi - 3 / 8pi - 1 / 8pi = 1/2 pi #

laten we ze namen geven

# A = 3/8 pi #

# B = 1 / 8pi #

# C = 1 / 2pi #

de kleinste hoek zal naar de kortste zijde van de driehoek wijzen,

wat betekent dat B (de kleinste hoek) naar de kortste zijde wijst,

en de andere twee kanten zijn langer,

wat betekent dat AC de kortste kant is,

zodat de twee andere zijden de langste lengte kunnen hebben.

laten we zeggen dat AC 5 is (de lengte die je hebt opgegeven)

met behulp van de sinusregel kunnen we dat weten

de verhouding van de sinus van een hoek en de zijde waarmee de hoek wordt geconfronteerd, zijn hetzelfde:

# sinA / (BC) = sinB / (AC) = sinC / (AB) #

bekend:

#sin (1 / 8pi) / (5) = sin (3 / 8pi) / (BC) = sin (1 / 2pi) / (AB) #

hiermee kun je de lengte van de andere twee zijden vinden wanneer de kortste 5 is

Ik laat de rest voor je achter, blijf doorgaan ~