Antwoord:
Uitleg:
# "de standaardvorm van de sinusfunctie is" #
#color (rood) (balk (ul (| kleur (wit) (2/2) kleur (zwart) (y = asin (bx + c) + d) kleur (wit) (02/02) |))) #
# "waarbij amplitude" = | a |, "period" = (2pi) / b #
# "faseverschuiving" = -c / b, "verticale verschuiving" = d #
# "hier" a = 1, b = 1, c = 0, d = 1 #
#rArr "amplitude" = | 1 | = 1, "periode" = (2pi) / 1 = 2pi #
# "er is geen faseverschuiving en verticale verplaatsing" = + 1 #