Justin heeft 20 potloden, 25 gummetjes en 40 paperclips. Hij ordent de items in elk in groepen met hetzelfde aantal groepen. Alle items in een groep zijn van hetzelfde type. Hoeveel items kan hij in elke groep plaatsen?

Justin heeft 20 potloden, 25 gummetjes en 40 paperclips. Hij ordent de items in elk in groepen met hetzelfde aantal groepen. Alle items in een groep zijn van hetzelfde type. Hoeveel items kan hij in elke groep plaatsen?
Anonim

Antwoord:

Justin kan 4 potloden, 5 gummen en 8 paperclips in 5 verschillende tassen plaatsen.

Uitleg:

Justin wil potloden, vlakgom en paperclips in gelijke hoeveelheden verdelen. Vermoedelijk, als hij deze aan mensen geeft, hebben de ontvangers hetzelfde aantal potloden, sommige vlakgommen en sommige paperclips.

Het eerste wat je moet doen, is een getal vinden dat gelijk verdeeld is in alle drie. Dat wil zeggen, een getal dat gelijk verdeeld is in 20, 25 en 40. Het lijkt duidelijk dat nummer 5 het werk zal doen. Dit is zo omdat

potloden: #20-:5=4#

Erasers: #25-:5=5#

Paperclips: #40-:5=8#

Het antwoord vloeit vrijelijk voort uit deze realisatie. Justin kan 4 potloden, 5 gummen en 8 paperclips in 5 verschillende tassen plaatsen. Als hij de zakken deelt, hebben 5 verschillende ontvangers dezelfde dingen in elke tas.