Antwoord:
Geen.
Uitleg:
Moleculen worden gevormd door de behoefte of het teveel aan elektronen van een element. In de natuur bestaat zuurstof bijvoorbeeld in het algemeen als 02. Andere moleculen worden gevormd via chemische reactie. Het voorbeeld hier is het verbranden van benzine. De twee belangrijkste bijproducten van benzine zijn water en koolstofdioxide.
Waterstof als een atoom heeft één elektron waardoor het onstabiel wordt. Plaats een tweede waterstofatoom naast de eerste en de twee atomen delen elektronen om het eerste energieniveau te vullen, het atoom moet stabiel zijn.
Wat is het doel van het verenigen van de vier fundamentele krachten van de natuur?
De meest fundamentele fysieke processen in het universum begrijpen. Onze wetenschappelijke filosofie gaat ervan uit dat ALLE fysieke krachten gerelateerd moeten zijn omdat ze noodzakelijkerwijs zijn afgeleid van dezelfde gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen. We weten al dat wat we waarnemen als afzonderlijke krachten in veel gevallen precies dezelfde manier zijn waarop die krachten een verschillende fysieke schaal hebben. De kwantummechanica schendt de Newtoniaanse mechanica niet, maar het past vergelijkbare krachten toe op atomaire schaal, waarbij de Newtoniaanse mechanica ontoereikend is. Op dezelfde manier kun je vee
Welke van de vier fundamentele krachten houdt de kern bij elkaar? Welke van de vier krachten hebben de neiging om de kern uit elkaar te duwen?
De sterke kracht. Ten eerste zijn er vier basale krachten 1. sterk (nucleair), 2. zwak (straling), 3. zwaartekracht en 4. elektromagnetisme. De sterke kracht is wat de kern van atomen bij elkaar houdt, maar er is geen kracht die hen uit elkaar duwt.
Waarom worden de krachten vaak fundamentele of fundamentele krachten genoemd? Waar worden deze krachten gevonden? Hoe zijn andere krachten met hen verwant?
Zie hieronder. Er zijn 4 fundamentele of fundamentele krachten. Ze worden zo genoemd omdat elke wisselwerking tussen dingen in het Universum kan worden verzacht. Twee daarvan zijn "macro", wat betekent dat ze van invloed zijn op dingen die atomair en groter zijn, en twee zijn "micro", wat betekent dat ze dingen op atomaire schaal beïnvloeden. Dit zijn: A) Macro: 1) Zwaartekracht. Het buigt de ruimte, maakt dingen in een baan om andere dingen, 'trekt' dingen aan elkaar, enz. Enz. Daarom worden we niet naar de ruimte geslingerd. 2) Elektromagnetisme: het is verantwoordelijk voor elektriciteit