Antwoord:
er is
- een lokaal maximum op # (pi / 2, 5) # en
- een lokaal minimum op # ((3pi) / 2, -5) #
Uitleg:
#color (donkerblauw) (sin (pi / 4)) = kleur (donkerblauw) (cos (pi / 4)) = kleur (donkerblauw) (1) #
#f (x) = 5sinx + 5cosx #
#color (wit) (f (x)) = 5 (kleur (donkerblauw) (1) * sinx + kleur (donkerblauw) (1) * cosx) #
#color (wit) (f (x)) = 5 (kleur (donkerblauw) (cos (pi / 4)) * sinx + kleur (donkerblauw) (sin (pi / 4)) * cosx) #
Pas de samengestelde hoekidentiteit toe voor de sinusfunctie
#sin (alpha + beta) = sin alpha * cos beta + cos alpha * sin beta #
#color (zwart) (f (x)) = 5 * sin (pi / 4 + x) #
Laat #X# wees de #X-#coördinaat van lokale extremen van deze functie.
# 5 * cos (pi / 4 + x) = f '(x) = 0 #
# Pi / 4 + x = pi / 2 + k * pi # waar # K # een geheel getal.
# X = -pi / 2 + k * pi #
#x in {pi / 2, (3pi) / 2} #
- #f (pi / 2) = 5 * sin (pi / 2) = 5 #,
vandaar is er een lokaal maximum bij # (pi / 2, 5) #
- #f (pi / 2) = 5 * sin ((3pi) / 2) = - 5 #,
vandaar dat er een lokaal minimum is op # (pi / 2, -5) #