Vector A wijst naar het noorden en heeft lengte A. Vector B wijst naar het oosten en heeft lengte B = 2.0A. Hoe vind je de grootte van C = 3.6A + B in termen van A?

Vector A wijst naar het noorden en heeft lengte A. Vector B wijst naar het oosten en heeft lengte B = 2.0A. Hoe vind je de grootte van C = 3.6A + B in termen van A?
Anonim

Antwoord:

Het antwoord is # = 4.12a #

Uitleg:

De vectoren zijn de volgende:

# vecA = <0,1> A #

# vecB = <2,0> A #

# VECC = 3.6vecA + vecB #

# = (3.6 xx <0,1>) A + <2,0> A #

# = <2, 3.6> A #

De omvang van # VECC # is

# = || VECC || = || <2, 3.6> || A #

# = Sqrt (2 ^ 2 ^ 2 + 3,6) A #

# = 4.12a #