Antwoord:
Consumentensurplus is het verschil tussen de prijs, de consument wil betalen voor een artikel in plaats van er buiten te gaan en de werkelijke prijs, hij betaalt wel.
Uitleg:
Consumentenoverschot
Consument Surplus = Potentiële prijs - werkelijke prijs
Consumentensurplus is het verschil tussen de prijs, de consument wil betalen voor een artikel in plaats van er buiten te gaan en de werkelijke prijs, hij betaalt wel.
Volgens de grafiek is OAEM het bedrag dat de consument bereid is te betalen. Het bedrag dat de consument daadwerkelijk betaalt, is OPEM. Het overschot (OAEM - OPEM =) PAE is consumentensurplus.
De basis van een driehoek van een bepaald gebied varieert omgekeerd als de hoogte. Een driehoek heeft een basis van 18 cm en een hoogte van 10 cm. Hoe vind je de hoogte van een driehoek van hetzelfde oppervlak en met een basis van 15 cm?
Hoogte = 12 cm Het oppervlak van een driehoek kan worden bepaald met het vergelijkingsgebied = 1/2 * basis * hoogte Zoek het gebied van de eerste driehoek door de metingen van de driehoek in de vergelijking te plaatsen. Areatriangle = 1/2 * 18 * 10 = 90cm ^ 2 Laat de hoogte van de tweede driehoek = x. Dus de gebiedsvergelijking voor de tweede driehoek = 1/2 * 15 * x Aangezien de gebieden gelijk zijn, 90 = 1/2 * 15 * x Tijden beide zijden met 2. 180 = 15x x = 12
Het gewicht van een nikkel is 80% van het gewicht van een kwart. Als een nikkel 5 gram weegt, hoeveel weegt een kwart dan? Een dubbeltje weegt 50% zoveel als een nikkel. Wat is het gewicht van een dubbeltje?
Gewicht van een kwart = 6,25 gram Gewicht van een dubbeltje = 2,5 gram Het gewicht van een nikkel is 80% gewicht van een kwart of Het gewicht van een nikkel is 5 gram of een gewicht van een kwart = 5 / 0,8 = 6,25 gram --- ---------- Ans1 Gewicht van een dubbeltje = 50% = 1/2 (gewicht van het nikkel) = 5/2 = 2,5 gram ------------- Ans2
Wat is een grafisch voorbeeld van een lange-termijnproductiecurve?
Op de lange termijn heeft het bedrijf geen vaste kosten, dus zowel kapitaal als arbeid zullen variëren, zodat de productie kan toenemen. De curve wordt een isoquant genoemd. Een productiefunctie op lange termijn heeft twee variabele factoren: arbeid en kapitaal. Het bedrijf zal alle mogelijke combinaties van beide inputs zoeken om de gewenste productie te bereiken. De isoquant is de curve die al deze combinaties zal meten en wordt weergegeven in de onderstaande grafiek. Er kunnen oneindige isoquanten in de grafiek zijn, omdat, aangezien beide inputs kunnen variëren, het bedrijf zoveel kan produceren als het wenst