Antwoord:
#(-3,-8)#
Uitleg:
De stationaire punten van een functie zijn wanneer # Dy / dx = 0 #
# Y = x ^ 2 + 6x + 1 #
# Dy / dx = 2x + 6 #
# Dy / dx = 0 = 2x + 6 #
# X = -6/2 = -3 #
#(-3)^2+6(-3)+1=9-18+1=-8#
Stationair punt vindt plaats bij #(-3,-8)#