Antwoord:
Nee, ze zijn niet noodzakelijk hetzelfde.
Uitleg:
De voorwaarde macromoleculen verwijst naar grote moleculen die zijn opgebouwd uit kleinere subeenheden. Wanneer alle subeenheden van hetzelfde type zijn, worden de macromoleculen aangeroepen polymeren en de subeenheden zijn monomeren. Wanneer de subeenheden van verschillende typen zijn, worden ze eenvoudig macromoleculen genoemd.
Voorbeelden van polymeren:
- DNA: de monomeren zijn allemaal nucleotiden
- Eiwitten: de monomeren zijn allemaal aminozuren
- Koolhydraten: de monomeren zijn allemaal eenvoudige suikers
Voorbeeld van macromolecuul:
- triglyceriden (vet): gemaakt van glycerolhoofdketen en verschillende vetzuurketens.
Dus alle polymeren zijn macromoleculen, maar niet alle macromoleculen zijn polymeren!
Dit is een voorbeeld van warmteoverdracht door wat? + Voorbeeld
Dit is convectie. Dictionary.com definieert convectie als "de overdracht van warmte door de circulatie of beweging van de verwarmde delen van een vloeistof of gas." Het betrokken gas is lucht. Convectie vereist geen bergen, maar dit voorbeeld heeft ze.
Wat zijn eponiemen? Wat zijn enkele voorbeelden? + Voorbeeld
Eponiemen zijn het gebruik van de naam van een persoon om een object, plaats, theorie of wet te noemen. Voorbeelden van eponiemen zijn Robert Boyle - Boyles Law Gustave Eiffel - The Eiffel Tower Benjamin Franklin - Franklin Stove Alexander the Great - Alexandria Er is een uitgebreide lijst van eponiemen op Wikipedia. http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_eponyms_(A-K)
Wat is een niet-voorbeeld van zowel monomeren als polymeren?
Een dimeer. Een dimeer bestaat uit twee monomeren. Een voorbeeld is de disaccharide-sucrose, bekend als tafelsuiker, die een dimeer is (disaccharide in dit geval) bestaande uit één glucosemolecuul (een monomeer of monosaccharide) chemisch gebonden aan één fructosemolecuul (ook een monomeer of monosaccharide).