Hoe schrijf je de standaardvorm van een gegeven regel (3,11) en (-6, 5)?

Hoe schrijf je de standaardvorm van een gegeven regel (3,11) en (-6, 5)?
Anonim

Antwoord:

# -2x + 3y = 27 #

Uitleg:

Zoek eerst het verloop (m), dat is # (Y_2-y_1) / (x_2-x_1) #

#(5-11)/(-6-3)# = #2/3#

Zoek vervolgens de vergelijking van de regel met # (Y-y_1) = m (x-x_1) #

# Y-5 = 2/3 (x + 6) #

# 3y-15 = 2x + 12 #

De standaard regelvorm is er één in de vorm # Ax + By = C #

daarom # -2x + 3y = 27 #